Een eerste verkenning...
De nota die je via de knop hieronder kunt raadplegen, kadert niet alleen binnen het strategische project ZeroRegio, maar ook binnen de krachtlijnen van Contrei, de ruimtelijke toekomstvisie voor de regio van Leie en Schelde - kortweg Regiovisie. Die drie krachtlijnen zijn:
- een kwalitatief blauw-groen netwerk
- versterken van kernen en stedelijk netwerk
- activeren van productieve landschappen
Deze Regiovisie schetst een duurzaam toekomstbeeld voor de regio van Leie en Schelde als antwoord op belangrijke lokale en regionale uitdagingen zoals het watersysteem, klimaat en energie, een geïntegreerde aanpak van mobiliteit en ruimtelijke ontwikkelingen, ruimtelijk rendement, versterken van de open ruimte, enzovoort. Door die drie krachtlijnen geïntegreerd aan te pakken, krijgen de klimaatuitdagingen een regionaal antwoord.
De Regiovisie werd eind 2017 gepubliceerd, in 2018 onderschreven door de steden en gemeenten, en in 2019 bekrachtigd door de drie partijen (de Vlaamse overheid, de Provincie West-Vlaanderen en Leiedal) in een interbestuurlijke samenwerkingsovereenkomst. Binnen deze samenwerkingsovereenkomst worden acht regionale acties met doorstart benoemd, waaronder ‘het activeren van productieve landschappen waarbij gezocht wordt naar de ontwikkelingsmogelijkheden voor landbouw met inbegrip van synergieën, verwevenheid en meervoudig ruimtegebruik in de open ruimte’.
Deze verkennende nota rond de open ruimte in Zuid-West-Vlaanderen vormt een van de eerste stappen binnen deze actie met doorstart. Het is een poging om het functioneren, de waarde, de potenties en ook de bedreigingen van de open ruimte in onze regio beter te begrijpen. Het is geen allesomvattende survey, maar veeleer een bundeling van een aantal kenmerkende cijfers en kaarten. Deze nota vormt een gemeenschappelijke basis voor de betrokken actoren om aan de slag te gaan in, met en voor onze kostbare open ruimte, binnen de werking van het interbestuurlijke overleg Zuid-West-Vlaanderen.
We zijn ons meer en meer bewust van de kwaliteiten van die open ruimte. Maar er zijn ook een pak uitdagingen:
- moet ons voedsel dichter bij huis worden geproduceerd?
- kan de open ruimte instaan voor een deel van de hernieuwbare energieproductie?
- hoe kan het water ter plaatse gehouden worden?
- op welke manier kan het noodzakelijke groen en bos versneld ontwikkeld worden?
- en wat met ons erfgoed en landschap, moeten we dat niet blijven koesteren?
Toegang tot grond en een optimaal grondgebruik worden alsmaar belangrijker voor de landbouw. Maar ook de ecosysteemdiensten staan onder druk. Dat zien we in de dalende biodiversiteit, maar ook in de uitdagingen rond waterbevoorrading, water- en bodemkwaliteit en duurzame voedselvoorziening.
Om een antwoord te kunnen formuleren op die vele maatschappelijke uitdagingen, is het noodzakelijk om voldoende kennis te hebben van de situatie in de open ruimte, van de trends en vraagstukken waar we voor staan, van de verschillende functies in de open ruimte en hoe die zich verhouden en evolueren.
In het najaar van 2018 werd een eerste analyse gemaakt (met bestaande studies, cijfers, kaartmateriaal) waarbij meerdere vaststellingen en/of vraagstukken tot stand kwamen. Begin 2019 werd dit voortraject bij een tiental partners (zoals de Boerenbond, Natuur.koepel, ILVO, Provincie West-Vlaanderen, Inagro, Voedselrijk en De Landgenoten) via bilaterale gesprekken afgetoetst. Het Klimaatatelier van 2 april 2019 stond volledig in het teken van productieve landschappen. In 2019 en 2020 werd hierop verdergewerkt in verschillende workshops met de drie partners van het interbestuurlijke overleg.