Het klimaat verandert en dat voelen we. Warmterecords sneuvelen, hittegolven volgen elkaar op, droogte én regenval worden extremer. Toen de 13 burgemeesters van Zuid-West-Vlaanderen vorig jaar hun handtekening onder het vernieuwde Burgemeestersconvenant zetten, engageerde de regio zich voor een CO2-reductie van 40% tegen 2030. Tegen 2050 wil de regio zelfs volledig klimaatneutraal zijn. In haar gloednieuwe ruimtelijke energiestrategie becijferde Leiedal hoe de regio die doelstellingen kan halen, een strategie waar de 13 steden en gemeenten zich unaniem achter scharen.
40% minder CO2 uitstoten tegen 2030. Een stevige uitdaging, want ondanks diverse inspanningen haalde Zuid-West-Vlaanderen in 2017 maar een score van -11%. De regio scoort daarmee net iets lager dan de -14% op Vlaams niveau. De lat moet dus veel hoger. Zo luidde ook de conclusie van de Europese Commissie op 18 juni 2019, na de analyse van de nationale energie- en klimaatplannen: België scoort ontzettend laag.
“Omdat de eerste versie van het Burgemeestersconvenant in 2020 afliep (-20% CO2-uitstoot tegen 2020), zette ik vorig jaar samen met de collega-burgemeesters mijn handtekening onder het Burgemeestersconvenant 2030,” zegt Jan Seynhaeve, voorzitter van de conferentie van burgemeesters. “De regio streeft nu naar een CO₂-reductie van 40% tegen 2030, en op langere termijn, tegen 2050, heeft de regio de ambitie om volledig klimaatneutraal te zijn.”
In een eerste stap om de genomen engagementen waar te maken, organiseerde Leiedal in het voorjaar van 2019 voor elke stad en gemeente een energieworkshop, waarin alle kansen voor hernieuwbare energie en duurzame warmte in de regio onderzocht en in kaart werden gebracht. Leiedal en de lokale besturen werden hierbij ondersteund door verschillende experten. De resultaten van de workshops werden gebundeld in de regionale ruimtelijke energiestrategie en in het regionale energie- en klimaatactieplan. De ruimtelijke energiestrategie is een uitvoering van het beleidsplan van Leiedal. Het regionale energie- en klimaatactieplan werd op zijn beurt opgemaakt in het kader van het Burgemeestersconvenant. Beide documenten bevatten een concrete lijst aan acties.
Voldoende duurzame troeven in huis
Om dergelijke ambities te kunnen vooropstellen, is het noodzakelijk om eerst de huidige balans op te maken. Ondanks diverse inspanningen tussen 2005 en 2017 strandde de regio immers op een CO2-reductie van 11,2%. De enige sector die noemenswaardige positieve resultaten boekt, is die van het private woningbestand, wat aantoont dat de doorgedreven renovatie van bestaande woningen wel degelijk haar vruchten afwerpt. Toch zal er meer nodig zijn, willen we de CO2-uitstoot tegen 2030 met 40% zien dalen. Inzetten op hernieuwbare energie en duurzame warmte (of het produceren van zonne- en windenergie, en de aanleg van warmtenetten) is een must.
Tegelijk is het van cruciaal belang dat de regio iets aan haar energie-efficiëntie doet. Sinds 2005 is het energieverbruik immers nog met 7% toegenomen. Een CO2-reductie van 40% is dan ook enkel haalbaar als er in eerste instantie minder energie verbruikt wordt. De regionale energiestrategie gaat uit van een CO2-reductie van 9,6% door energiebesparingen. Alleen dan wordt het mogelijk om het resterende energieverbruik met groene warmte (warmtepompen of warmtenetten) en hernieuwbare energie (zonne- of windenergie) in te vullen.
Voor het potentieel van restwarmte wordt vooral gekeken naar de afvalverbrandingsoven van IMOG in Harelbeke: 45% van de restwarmte van de afvalverbrandingsoven kan tegen 2030 gerecupereerd worden via een warmtenet van ongeveer 27 km lang. Naast IMOG zijn er nog bedrijven in de regio die hun restwarmte aan zo’n warmtenet kunnen koppelen. Bovendien kunnen warmtenetten ook door omgevingswarmte gevoed worden.
Je hoort het al, de verduurzaming van ons energieverbruik zal leiden tot een grotere elektriciteitsvraag: ons wagenpark dat steeds meer elektrisch rijdt in plaats van op fossiele brandstoffen, warmtepompen die nog in aantal zullen toenemen, warmtenetten die gevoed worden met duurzame bronnen zoals zonnewarmte of omgevingswarmte… Ook dat wordt in de energiestrategie in rekening gebracht.
Op het vlak van hernieuwbare energie liggen de regionale ambities in lijn met die van Vlaanderen. Dat vertaalt zich onder meer in een verdubbeling van het aantal windturbines (15 extra) en vooral een grote(re) inzet op PV-panelen op alle mogelijke gebouwen of parkings. Zuid-West-Vlaanderen heeft in ieder geval voldoende in handen om de energietransitie te starten. Een reductie van 40% CO2 is ambitieus, maar haalbaar. Duurzame energie importeren is in dat geval niet noodzakelijk, dat zullen we wel moeten doen om in 2050 klimaatneutraal te zijn.
Speeltijd voorbij
“Om die ambitie waar te maken, zal de regio zich de komende jaren ook moeten aanpassen aan de veranderende klimaatomstandigheden,” verduidelijkt Wout Maddens, voorzitter van Intercommunale Leiedal. “Dat kan onder meer door (extra) ruimte te voorzien voor water, voor natuur en bos of door onze verharding terug te dringen. De uitdagingen overstijgen vaak het lokale niveau en maken daarom deel uit van een regionaal verhaal. Het spreekt dan ook voor zich dat Leiedal, als coördinator van het Burgemeestersconvenant, de steden en gemeenten hierin zal ondersteunen.”
“De energietransitie komt gelukkig stilaan op gang,” vult Jan Seynhaeve aan. “Meerdere steden en gemeenten werken aan verschillende onthardingsprojecten, de Gaverbeek wordt in Harelbeke en Waregem opnieuw een aangename belevingsplek, we werken aan een regionaal auto- en fietsdeelsysteem, Transfo in Zwevegem krijgt een zonneparking, we bouwen de werking van de RenovatieCoach verder uit … En dan vergeet ik nog tal van initiatieven.”
Ook als burger kan je een stevig steentje bijdragen, soms door heel eenvoudige ingrepen. Spring iets vaker op de fiets in plaats van in de auto, ga elektrisch rijden, voorzie je dak van zonnepanelen, onthard of vergroen je eigen (voor)tuin. “Tegelijk is een belangrijke rol weggelegd voor het beleid,” erkent Wout Maddens. “Door de huidige wetgeving te vereenvoudigen of regelluwe zones toe te staan, zouden burgers en bedrijven bijvoorbeeld makkelijker energie moeten kunnen delen. In elk geval spelen we met deze energiestrategie perfect in op de ambities die de Vlaamse regering recent in haar Energie- en Klimaatpact heeft opgenomen.”