Een Hoppin- of mobipunt als instrument om combimobiliteit te stimuleren? Eén ding is zeker: het brengt verschillende vervoersmodi op één locatie bij elkaar en vereenvoudigt zo de reis(ervaring) van de gebruiker. Deerlijk, Harelbeke en Menen hebben dat als echte pioniers het snelst begrepen. Met de steun van Intercommunale Leiedal installeerden zij vier gloednieuwe verplaatsbare mobipunten, die deze week al in gebruik kunnen worden genomen.
De vier locaties die als eerste een mobipunt krijgen, zijn het Neuenkirchenplein in Deerlijk, Bavikhovedorp in Harelbeke, Lauweplaats en de Waalvest in Menen. De voordelen spreken alvast voor zich: meer duurzame verplaatsingen en minder autokilometers, aangezien je bij zo’n mobipunt makkelijk overstapt van deelfiets naar deelwagen - en omgekeerd - of op het openbare vervoer.
Voor de realisatie van dergelijke punten langs gemeentewegen zijn de steden en gemeenten bevoegd. Leiedal probeert hen daar zo veel mogelijk in te ondersteunen. Zo ontwikkelde de intercommunale het verplaatsbare mobipunt binnen de Europese projecten SHARE-North en TRIPOD-II, samen met partners Yellow Window en Wolters MABEG.
Vele oplossingen in één
Een mobipunt brengt verschillende vervoersoplossingen bij elkaar. Op één locatie komen openbaar vervoer, deelauto’s en deelfietsen samen. Die vervoersoplossingen worden aangevuld met een kwalitatieve infrastructuur (schuilmogelijkheid, fietsenstallingen, fietskluizen, lockers…), maar ook met een verscheidenheid aan functies zoals horeca, buurtsupermarkten, hersteldiensten, enzovoort. Naargelang de locatie kunnen het aanbod en de infrastructuur variëren.
“We merken dat er nog werk aan de winkel is om meer mensen op de (deel)fiets, in deelwagens en in de bus te krijgen”, vertelt Tijs Naert, schepen van Mobiliteit in Harelbeke. “Alle initiatieven die hierop inspelen, ondersteunen we enthousiast. Dit mobipunt is er eentje van, waarmee we ook onze deelwagens en deelfietsen extra in de kijker zetten.”
“We moeten eerst in functie van de fietser en het trage verkeer denken en dan pas in functie van het gemotoriseerde vervoer”, vult Regine Rooryck aan, collega-schepen in Deerlijk. “Maar zoiets vraagt tijd, doorzicht en politieke moed. Deze mobipunten bewijzen dat we als stad of gemeente de kaart van de duurzame mobiliteit durven te trekken.”
Leiedal van zijn kant zet in op het verduurzamen van de regio, ook in hoe we ons verplaatsen. “Het verplaatsbare mobipunt is een tastbaar element in de modal shift”, voegt voorzitter Wout Maddens nog toe. “Het is een instrument dat we aan alle steden en gemeenten zullen aanbieden om combimobiliteit volop in the picture te zetten, en het moet de ambities uit het regionale mobiliteitsplan helpen waar te maken.”
Mobiel is ook verplaatsbaar
Het inplanten van een mobipunt vergt de nodige studie. Soms is het raadzaam een locatie eerst uitvoerig te testen alvorens tot een defectieve inrichting over te gaan. Het verplaatsbare mobipunt dat Leiedal samen met Yellow Window en Wolters MABEG ontwikkelde, stelt steden en gemeenten net in staat verschillende locaties uit te testen, zodat je als bestuur gefundeerd kunt oordelen over waar het mobipunt het grootste succes zal hebben. Bovendien stelt het concept verschillende gradaties voor, waardoor je de module makkelijk kunt aanpassen aan de specifieke locatie. Als stad of gemeente kies je zelf welke modules je in het mobipunt opneemt: een schuilhuisje, fietslockers, fietsenstallingen… Die opstelling kan dan voor een bepaalde tijd uitgeprobeerd en later bijgestuurd worden. Zo kan het mobipunt in Bavikhove er volledig anders uitzien dan dat op Menen Waalvest.
“Een ideaal mobipunt bundelt drie kerntaken”, benadrukt Patrick Roose, schepen van Mobiliteit in Menen. “Een optimale beschutting voor het wachten op een overstap in het kader van combimobiliteit, digitale info en signalisatie over omliggende diensten om je tijdsbesteding en/of verplaatsing te optimaliseren, en veilige stallingen. Bovendien moet het punt bij grondige wegeniswerken verplaatsbaar zijn zonder het te beschadigen. Aan de Waalvest en straks ook op Lauweplaats zullen we het resultaat samen met onze inwoners mogen uittesten als volwaardig Hoppinpunt. Hiermee leggen we samen met de andere steden en gemeenten opnieuw een extra puzzelstuk voor de mobiliteit van de toekomst.”
Contact
- Deerlijk: Regine Rooryck, schepen van Mobiliteit | regine.rooryck@deerlijk.be
- Harelbeke: Tijs Naert, schepen van Mobiliteit | tijs.naert@harelbeke.be
- Menen: Patrick Roose, schepen van Mobiliteit | patrick.roose@menen.be
- Leiedal: Wout Maddens, voorzitter | wout.maddens@kortrijk.be
